Rensumaborg
Uithuizermeeden
Uithuizermeeden
De Rensumaborg, gebaseerd op een 16e-eeuws steenhuis, werd voor het eerst vermeld in 1623. Willem Fockes huurde op dat moment de borg. Hoe het steenhuis er in de 16e eeuw uit heeft gezien is niet bekend, noch waaraan de borg haar naam dankt. Vanaf halverwege de 19e eeuw kwam het huis in de verhuur, waardoor deze een tijd als tuinbouwschool heeft gediend. Tegenwoordig wordt de borg bewoond.
In 1695 kwam de borg, inclusief heerlijkheden, in handen van Mello Alberda van Menkema. Het landgoed was op dat moment behoorlijk gegroeid. Als Onno Tamminga van Alberda in 1700 Rensuma erft, wordt het huis flink verbouwd. Een houten gevelschild uit 1753 vertelt dat Egbert Alberda niet alleen zorgt voor de restauratie van het huis. Hij laat ook een nieuw schathuis bouwen, dat verloren is gegaan.
De familie Alberda bleef meer dan één en een kwart eeuw in bezit van de Rensumaborg. De laatste Alberda op Rensuma, die kinderloos overleed, bepaalde in zijn testament dat de borg publiekelijk verkocht zou worden. Oncko van Swinderen werd in 1829 de nieuwe eigenaar. Hij verbouwde de borg tot de huidige vorm. Net als de Fraeylemaborg werd het huis gepleisterd. De familie had het huis tot 1974 in eigendom.
Het schathuis van de Rensumaborg is afgebroken in 1865. In het bijgebouw zijn het koetshuis en de keuken ondergebracht. De keuken heeft een 17e eeuwse schouw en een 18e eeuwse servieskast.
De borg heeft nog een aantal interessante stukken. Zo heeft de ‘Gele Kamer’ aan de rechterzijde van het huis een bijzondere marmeren schoorsteenmantel in empire-stijl. De oude kelder is nog aanwezig en bovendien is de oude wijnkelder bereikbaar.
In 1996 werd de borg gekocht door de Rensuma Boon Stichting, die deels is vernoemd naar de tuinarchitect Renske Boon. De tuin is tegenwoordig in haar stijl ingericht. Zij bekommerde zich om het lot van de op dat moment vervallen tuin. Vanwege moeilijke omstandigheden in 1863 werden grote delen van de inboedel geveild en vele bomen gekapt. Het landgoed, dat er nu weer stralend bij staat, is vrij te bezoeken. De stichting heeft het terrein van circa 3 hectare tot circa 21 hectare uitgebreid.
Net als bij andere borgen groeien er in het voorjaar prachtige stinzenplanten rond de borg. Afhankelijk van het moment waarop je de borg bezoekt zijn de oprijlaan en singel bedekt met bonte kleuren.
Niet open voor publiek.
Niet van toepassing.